Deel 1
Gisteren kwam ik terug van drie weekjes op Curaçao. Dat eiland kan ik iedereen aanraden. Meestal denk je bij 'vakantie op Curaçao' aan strand en helderblauwe zee. Maar dit eiland biedt zo veel meer! Het kan allerlei vakantiewensen vervullen. Wandelingen in tropische natuur, creatieve (beeldende kunst, handcrafts, muziek, dans, enz.) en spirituele (yoga, ayurveda, e.d.) workshops, of je inzetten voor plaatselijke bevolking en/of milieu.
Mijn vakantie was een combinatie van dat laatste en de kunst. Via internet had ik al langer contacten met een groep die biologische groentepakketten levert. De vraag daarnaar is de laatste maanden flink gestegen. Er is steeds meer te doen, zowel voor de biologische groentekwekers als in de voorlichting naar hun klanten. Her en der op het eiland worden nu maandelijks bijeenkomsten georganiseerd waar aanbieders en afnemers samenkomen. Zo groeit deze beweging.
Via mijn Facebook-vrienden kwam ik in contact met een vrouw die groenten kweekt, maar eigenlijk te weinig tijd voor al het werk heeft. Hoewel de vraag naar biologische groenten in opkomst is brengt het nog niet genoeg op op van te leven. Een 'kunukador' (groentekweker) heeft er over het algemeen een baan naast, of andere bijverdiensten. Deze vrouw, Aishel, heeft op haar kunuku (plantage) een houten huisje staan (zie mijn tekening). Dit stelde ze gratis ter beschikking in ruil voor hulp bij het werk. Ik vroeg me eerst af of ik dat werk wel aan zou kunnen, maar ik waagde de stap. Zo kon ik lekker lang op Curaçao verblijven tegen bijna alleen vliegkosten (plus wat voor eten en drinken, want niet alles groeit op het land). En ik zou me niet hoeven vervelen.
Het werk viel heel erg mee. Aishel had niet veel verwacht van een vrouw van over de 60 (ja, ik ben al 61). Ze was blij met alles wat ik kon doen. Het eerste karwei was het klaar maken van het houten huisje om er in te kunnen verblijven. Het was namelijk in gebruik als opberghok. Vandaar dat ik de eerste nacht elders moest slapen. Er werd me een slaapbank in de huiskamer aangeboden, maar ik koos voor de hangmat tussen de bomen. Beide waren niet ideaal. In de huiskamer was het onrustig. De hangmat beviel mij beter, al viel er af en toe een buitje. De bomen hielden de meeste regen wel tegen. In het bosje was het tenminste rustig; alleen wat geritsel van klein gedierte.
De volgende morgen gingen Aishel en ik dus het huisje opruimen. De meeste ruimte werd ingenomen door dozen met oude schoolboeken van haar dochter. Die konden allemaal naar een ander berghok (volgens mij konden ze wel weg, want de dochter is al lang klaar met haar studie en werkt in Nederland). Langs twee wanden bleven tafels staan met daar op en onder allerlei gereedschappen en andere ijzerwaren. Daar had ik geen last van, er was nu voldoende ruimte voor een tweepersoons bed waar ik nog ruim omheen kon lopen. Ik richtte 'mijn huisje' gezellig in met m'n klamboe over het bed en m'n oude pareo als gordijn voor de dubbele deuren (altijd open voor frisse lucht). Verder leefde ik 'uit de koffer'. Koken, eten en gebruik van de badkamer gebeurde allemaal in Aishel's woning.
Op dit punt wil ik wat vertellen aan mensen die zo'n vakantie ook leuk lijkt. Aishel is de mogelijkheden voor 'werkvakantiegangers' aan 't uitbreiden. Tijdens mijn verblijf is er gebouwd aan een douche- en toiletruimte en er komt ook een keukenruimte. Beide worden voornamelijk van pallethout gemaakt, naar goed Curaçaos gebruik. Dat deel van het terrein (achter het bosje van de hangmat van de eerst nacht) is geschikt om tenten op te zetten. Dus je kunt op drie verschillende manieren daar verblijven: in het houten huisje, in je eigen tent, of in de hangmat in het bosje! In al die gevallen kun je binnenkort gebruik maken van toilet, douche en keuken. Misschien zet Aishel er ook tenten neer om te verhuren. Ook gewone, betalende, vakantiegasten zijn welkom.
Nadat het huisje voor mij bewoonbaar was leerde ik de andere werkzaamheden kennen. Ik ben wel gewend aan tuinwerk, maar op Drentse zandgrond is dat heel anders dan op de keiharde Curaçaose grond! Grond los maken voor plantjes begint met de 'pikie' (pikhouweel), daarna komt de 'tjakkie' (een soort hak, ik weet niet of ik het goed schrijf hoor) en dan pas kun je planten. De bodem wordt goed bedekt met mulch (dor gras en bladeren) en beschaduwd door papaya- en bananenbomen, maar moet toch tweemaal daags water hebben. Dat water geven werd mijn verantwoordelijkheid. Met het andere werk kon ik af en toe helpen. Ook met huishoudelijk werk, zoals de afwas. Voor het echt zware werk kwam er gelukkig, als oproepkracht, een Duitse student. Die jongeman deed zwaar werk in de zon als alternatief voor sportschool en zonnebank en kreeg er zelfs geld voor. Eigenlijk heeft Aishel liever een vakantie-vrijwilliger die dat zware werk kan doen. Als zo iemand dan ook verstand heeft van permacultuur, dan is het helemaal geweldig.
Gisteren kwam ik terug van drie weekjes op Curaçao. Dat eiland kan ik iedereen aanraden. Meestal denk je bij 'vakantie op Curaçao' aan strand en helderblauwe zee. Maar dit eiland biedt zo veel meer! Het kan allerlei vakantiewensen vervullen. Wandelingen in tropische natuur, creatieve (beeldende kunst, handcrafts, muziek, dans, enz.) en spirituele (yoga, ayurveda, e.d.) workshops, of je inzetten voor plaatselijke bevolking en/of milieu.
Mijn vakantie was een combinatie van dat laatste en de kunst. Via internet had ik al langer contacten met een groep die biologische groentepakketten levert. De vraag daarnaar is de laatste maanden flink gestegen. Er is steeds meer te doen, zowel voor de biologische groentekwekers als in de voorlichting naar hun klanten. Her en der op het eiland worden nu maandelijks bijeenkomsten georganiseerd waar aanbieders en afnemers samenkomen. Zo groeit deze beweging.
Via mijn Facebook-vrienden kwam ik in contact met een vrouw die groenten kweekt, maar eigenlijk te weinig tijd voor al het werk heeft. Hoewel de vraag naar biologische groenten in opkomst is brengt het nog niet genoeg op op van te leven. Een 'kunukador' (groentekweker) heeft er over het algemeen een baan naast, of andere bijverdiensten. Deze vrouw, Aishel, heeft op haar kunuku (plantage) een houten huisje staan (zie mijn tekening). Dit stelde ze gratis ter beschikking in ruil voor hulp bij het werk. Ik vroeg me eerst af of ik dat werk wel aan zou kunnen, maar ik waagde de stap. Zo kon ik lekker lang op Curaçao verblijven tegen bijna alleen vliegkosten (plus wat voor eten en drinken, want niet alles groeit op het land). En ik zou me niet hoeven vervelen.
Het werk viel heel erg mee. Aishel had niet veel verwacht van een vrouw van over de 60 (ja, ik ben al 61). Ze was blij met alles wat ik kon doen. Het eerste karwei was het klaar maken van het houten huisje om er in te kunnen verblijven. Het was namelijk in gebruik als opberghok. Vandaar dat ik de eerste nacht elders moest slapen. Er werd me een slaapbank in de huiskamer aangeboden, maar ik koos voor de hangmat tussen de bomen. Beide waren niet ideaal. In de huiskamer was het onrustig. De hangmat beviel mij beter, al viel er af en toe een buitje. De bomen hielden de meeste regen wel tegen. In het bosje was het tenminste rustig; alleen wat geritsel van klein gedierte.
De volgende morgen gingen Aishel en ik dus het huisje opruimen. De meeste ruimte werd ingenomen door dozen met oude schoolboeken van haar dochter. Die konden allemaal naar een ander berghok (volgens mij konden ze wel weg, want de dochter is al lang klaar met haar studie en werkt in Nederland). Langs twee wanden bleven tafels staan met daar op en onder allerlei gereedschappen en andere ijzerwaren. Daar had ik geen last van, er was nu voldoende ruimte voor een tweepersoons bed waar ik nog ruim omheen kon lopen. Ik richtte 'mijn huisje' gezellig in met m'n klamboe over het bed en m'n oude pareo als gordijn voor de dubbele deuren (altijd open voor frisse lucht). Verder leefde ik 'uit de koffer'. Koken, eten en gebruik van de badkamer gebeurde allemaal in Aishel's woning.
Op dit punt wil ik wat vertellen aan mensen die zo'n vakantie ook leuk lijkt. Aishel is de mogelijkheden voor 'werkvakantiegangers' aan 't uitbreiden. Tijdens mijn verblijf is er gebouwd aan een douche- en toiletruimte en er komt ook een keukenruimte. Beide worden voornamelijk van pallethout gemaakt, naar goed Curaçaos gebruik. Dat deel van het terrein (achter het bosje van de hangmat van de eerst nacht) is geschikt om tenten op te zetten. Dus je kunt op drie verschillende manieren daar verblijven: in het houten huisje, in je eigen tent, of in de hangmat in het bosje! In al die gevallen kun je binnenkort gebruik maken van toilet, douche en keuken. Misschien zet Aishel er ook tenten neer om te verhuren. Ook gewone, betalende, vakantiegasten zijn welkom.
Nadat het huisje voor mij bewoonbaar was leerde ik de andere werkzaamheden kennen. Ik ben wel gewend aan tuinwerk, maar op Drentse zandgrond is dat heel anders dan op de keiharde Curaçaose grond! Grond los maken voor plantjes begint met de 'pikie' (pikhouweel), daarna komt de 'tjakkie' (een soort hak, ik weet niet of ik het goed schrijf hoor) en dan pas kun je planten. De bodem wordt goed bedekt met mulch (dor gras en bladeren) en beschaduwd door papaya- en bananenbomen, maar moet toch tweemaal daags water hebben. Dat water geven werd mijn verantwoordelijkheid. Met het andere werk kon ik af en toe helpen. Ook met huishoudelijk werk, zoals de afwas. Voor het echt zware werk kwam er gelukkig, als oproepkracht, een Duitse student. Die jongeman deed zwaar werk in de zon als alternatief voor sportschool en zonnebank en kreeg er zelfs geld voor. Eigenlijk heeft Aishel liever een vakantie-vrijwilliger die dat zware werk kan doen. Als zo iemand dan ook verstand heeft van permacultuur, dan is het helemaal geweldig.